pagina_banner

product

Algemene hechtingspatronen (2)


Productdetail

Productlabels

Ontwikkeling vangoede techniekvereist kennis en begrip van de rationele mechanismen die daarbij betrokken zijnhechten.

Bij het nemen van een hap uit het weefsel mag de naald er alleen met behulp van een stukje doorheen worden geduwdpols actieAls het moeilijk wordt om door het weefsel te gaan, is er mogelijk een verkeerde naald gekozen of is de naald bot.

De spanning van dehechtmateriaalmoet overal worden gehandhaafd om slappe hechtingen te voorkomen, en de afstand tussen de hechtingen moet gelijk zijn.

Het gebruik van een specifiek hechtpatroonkan variëren afhankelijk van het gebied dat wordt gehecht, de lengte van de incisie, de spanning op de hechtlijn en de specifieke behoefte aanappositie, inversie,ofeversievan de weefsels.

Hechtpatronenkan grofweg worden gecategoriseerd alsonderbroken of continu.

D. Patronen omkeren

1. Cushing-hechting

2

  • Een soortvariatieopdoorlopende horizontale matrashechtingen.
  • Hechtdraad ging door desubmucosa maar niet mucosa.
  • Deze techniek wordt vaak gebruikt om de incisies te sluitenholle organenzoals de maag, urineblaas en baarmoeder.
  • De hechting dringt door in desubmucosazonder het orgaanlumen te penetreren.
  • De hechting loopt vanaf beide zijden van de incisie, evenwijdig aan elkaar.

Gebruik

  • Het sluiten van holle ingewanden zoals blaas, maag of baarmoeder.

2. Connellhechting

 3

  • Vergelijkbaar metCushingbehalve compleetpenetratie in het lumenvan de ingewanden.
  • Deze techniek wordt vaak gebruikt om de incisies te sluitenholle organenzoals de maag, urineblaas en baarmoeder.
  • De hechting dringt door in desubmucosa en mucosa.
  • DeConnell-hechttechniekis vrijwel identiek aan deCushing-hechttechniek. Deze twee hechttechnieken worden gescheiden op basis van het weefsel waar ze doorheen dringen tijdens het passeren van de hechtingen.
  • Connell-hechttechniek wordt gebruiktdoor het lumen gaan.

Gebruik

  • Eerste laag holle ingewanden (maag, blaas of baarmoeder).

3. Lembert hechting

 4

  • Dit isvergelijkbaar met de verticale matrashechtingen wordt gebruikt om holle organen te repareren.
  • Omdat de vasthoudende laag van een orgel desubmucosamag de naald alleen tot deze diepte doordringen en nooit in het lumen (penetratie vansubmucosa maar niet mucosa).
  • Naarmate de hechting wordt aangedraaidkeert de weefsels om.

Gebruik

  • Het sluiten van holle ingewanden zoals blaas, maag of baarmoeder.
  • Fasciale imbricatie.

4. Halsted-hechting

 5

  • De techniek is in essentie hetzelfde als voor averticale matrashechtingbehalve dat twee hechtingen parallel worden geplaatst voordat ze worden vastgebonden.
  • Dit levert eenonderbroken patroonwaarin de randen van dewond zijn omgekeerd.

Gebruik

  • Tweede laag sluiting voor holle ingewanden.

5. Parker Kerr hechting

 6

  • Acombinatie van een Cushing- en een Lembert-hechtingpatroon.
  • Historisch gezien werd er gebruik gemaakt van een tweelaagse sluitingaseptisch omkereneen doorsneden, ingeklemd ingewanden.
  • Een enkele laag vanCushings vastgenaaideen klem en vastgedraaid als de klem wordt verwijderd.
  • Gevolgd door een omgekeerd seromusculair patroon (Overnaaid met Lembert).

Gebruik

  • Sluiting van holle ingewandenstompen.

6. Hechting van handtaskoord

 7

  • Circulaire variant van Lembert.
  • Er wordt met regelmatige tussenpozen een hapje genomen rond de omtrek van een opening, zodat deze, wanneer deze strak wordt getrokken, kleiner kan worden gemaakt of volledig kan worden gesloten.
  • Deze techniek kan worden gebruiktdicht viscerale stompenen naarveilige percutane buizenin een ingewanden zoals men kan ziengastrostomieen cystostomieprocedures.
  • Handig voor gebieden zoals het rectum (om een ​​verzakking te corrigeren).

Gebruik

  • Sluiten van holle ingewandenstompen of vastzetten van slangen en katheters.

 

 


  • Vorig:
  • Volgende:

  • Schrijf hier uw bericht en stuur het naar ons

    gerelateerde producten